Gebakken lucht
Deze zomer in Roosteren, Zuid-Limburg. Het is alweer even geleden dat het kwik er boven de 38 graden kroop. (Adformatie, september 2018)
Nog een keer terug naar dat gevoel. Iets tussen lamgeslagenheid en onverschilligheid. Tussen puffen en fluiten. We keken niet opzij, lieten de weiden des doods voor wat ze waren. Minder fortuinlijke levensvormen moesten het maar zelf uitzoeken. Het was ieder voor zich in wat leek op de eerste tekenen van een catastrofe. Geriefelijk elektrisch op de vlucht naar vriezer en airco.
We zullen misschien veranderen als over een paar zomers water op de bon gaat. Tot die tijd kiezen bewegingen en brands voor de weg van de geleidelijkheid. Outdoormerk Patagonia laat je consumeren met schuldgevoel, omdat je bij elke aankoop nu eenmaal een spoor van vernielingen over de aarde trekt, maar toch leeft en af en toe een fleecetrui van gerecycled polyester nodig hebt, of een cargobroek van honderd procent organisch katoen. Ze wijzen je erop dat je niet zoveel kleding moet kopen, rijden de wereld rond met bussen vol kleermakers, houden een eigen marktplaats in de lucht waarop je tweedehands Patagoniakleding kunt verhandelen. Realisten, zoals ze zichzelf zien, schamperen dat de oprichters een fortuin hebben verdiend met een bedrijf dat voortdurend nieuwe collecties uitbrengt en het milieu belast. Gebakken lucht. Liever de gebakken lucht van een merk dat iets doet dan de zwarte rookpluimen van mensen die als verkoold staan toe te kijken en stikken in hun bittere rook.
